Wat heeft het gekost?

BUIG middelen: Ten opzichte van de begroting is er minder beroep gedaan op de gebundelde uitkering (BUIG) dan begroot. Jaarlijks maken we een inschatting van de verwachte aantallen. Het aantal bijstandsuitkeringen (Pw) bedroeg aan het einde van het jaar: 202, een daling van 9% t.o.v. 2020. Er waren meer vacatures beschikbaar en de volume mutatie is beperkt gebleven.

Loonkosten subsidie: In 2021 hebben we net als in voorgaande jaren stevig ingezet op re-integratie en bemiddeling van diverse groepen. Hierdoor is het aantal plaatsingen met loonkostensubsidie gestegen. Daarnaast zijn de uitgaven gestegen doordat de financieringssystematiek is gewijzigd. Het budget voor loonkostensubsidies wordt vanaf 2022 verdeeld op basis van realisatie (T-1). Dat betekent dat als er meer wordt uitgegeven aan loonkostensubsidie, het budget omhoog gaat. De verwachting is dus dat we hier in het volgende jaar meer voor ontvangen.

IOAW/ IOAZ: De bijstand IOAW (Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers) wordt conform de landelijke regelgeving per 1 januari 2020 geleidelijk afgebouwd (alleen nog mensen die geboren zijn voor 1965 en na hun 55e jaar werkloos zijn geworden), hierdoor blijft de instroom beperkt en zal dit leiden tot een structurele daling van de uitkeringen.

TOZO: In 2021 hebben we van het Rijk inzake de TOZO regeling 2021 totaal aan voorschotten € 1.185.000 ontvangen. Totale lasten 2021: € 321.000. Er resteert een terug te betalen post van € 863.000. Daarnaast heeft een afrekening TOZO voorschot 2020 plaats gevonden ad € 13.000. Het laatste voorschot van de rijksbijdrage is door miscommunicatie en overdracht van dit dossier niet opgenomen in de begroting. Ten opzichte van de begroting ontstaat hierdoor een klein verschil. Via de SiSa-bijlage wordt op forfaitaire basis afgerekend met het Rijk.

Participatiebudget reïntegratie: Hogere lasten re-integratie budget. In de eerste lockdown heeft de TOZO regeling veel ambtelijke inzet gevraagd. In 2021 was de bezetting weer op volledige sterkte waardoor meer ingezet is gepleegd op re-integratie en participatie waarbij getracht wordt om de (nieuwe) instromers zo snel mogelijk te laten participeren.

Bijstand aan zelfstandigen: Er zijn binnen de bijstand aan zelfstandigen mutaties gedaan inzake vorderingen, rentebaten en overige baten wat zorgt voor een eenmalig voordeel.

Algemene voorziening WMO | Maatschappelijke opvang: voorgesteld wordt om € 75.000 mee te nemen in de resultaatbestemming budgetoverheveling (Rijksbijdrage dak- en thuislozen). Er zijn in 2021 gesprekken gevoerd met een zorgaanbieder om met deze middelen een Tiny house te plaatsen. Vanwege het vertrek van de projectleider en de beleidsmedewerker ligt het project stil. De intentie is om dit project in 2022 te bewerkstelligen.

WMO begeleiding: We zien een stijging van de kosten WMO begeleiding wat veroorzaakt wordt door verschillende factoren o.a. door Covid-19. Een analyse opstellen is op dit moment lastig. We gaan dit nader onderzoeken en zullen u over de voortgang nader informeren bij de reguliere P&C documenten. Voorgesteld wordt om van de geraamde corona middelen € 24.000 mee te nemen in de resultaatbestemming budgetoverheveling (decembercirculaire meerkosten WMO). Over 2021 zijn op het moment van schrijven nog geen toezeggingen gedaan richting de zorgaanbieders. De nota wordt samen met het totale kostenoverzicht voor 1 mei aangeboden aan het college.

WMO Rolstoelen: In 2020 hebben we voor de rolstoel voorzieningen een nieuwe contract afgesloten. Daarbij zijn nieuwe afspraken gemaakt welke impact hebben op de verloop van het aantal rolstoelen die in het depot staan.

WMO Vervoersvoorzieningen: De lasten vervoersvoorzieningen WMO vallen € 38.000 lager uit dan begroot mede als gevolg van de corona pandemie. Na het ontvangen van de cijfers 1e helft 2022 kunnen we een nieuwe prognose opstellen welke we gaan verwerken in de reguliere P&C documenten.

WMO Huishoudelijke verzorging: Het nadeel is ontstaan doordat er meer indicaties huishoudelijke hulp zijn afgegeven (15%). Het structureel nadeel veroorzaakt door de volumestijging wordt opgenomen in de reguliere P&C documenten.

WMO Woonvoorzieningen: De woonvoorzieningen vallen hoger uit. De uitgaven fluctueren jaarlijks. Na het ontvangen van de cijfers 1e helft 2022 kunnen we een nieuwe prognose opstellen welke we gaan verwerken in de reguliere P&C documenten.

WVGGZ: Het betreft een eenmalig voordeel op WVGGZ. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg regelt het verlenen van verplichte zorg aan mensen met een psychische aandoening en In 2022 zal hierop beleid worden gemaakt waarbij meer duidelijkheid komt over de benodigde uitvoeringskosten.

Mantelzorgcompliment: Op het budget mantelzorgcompliment is een nadeel ontstaan van € 23.000 door hogere uitgaven. De raad is hiervan in kennis gesteld. We willen deze overschrijding in 2022 betrekken bij de P&C documenten.

Het afgelopen jaar zijn vanuit het gemeentefonds middelen beschikbaar gesteld voor compensatie van lokale culturele instellingen i.v.m. coronamaatregelen. Van dit budget is een bedrag van € 48.000 nog niet ingevuld. Het is de verwachting dat de lokale cultuursector ook in 2022 nog de financiële gevolgen van coronarestricties zal ondervinden. Het is daarom logisch de compensatie beschikbaar te houden om culturele organisaties het komend jaar eveneens te kunnen compenseren. Hiervoor wordt bij de behandeling van de jaarrekening 2021 in de gemeenteraad een resultaatbestemming aangevraagd.

Ultimo 2021 resteerde nog een bedrag in de voorziening onderhoud zwembaden van € 280.000. Echter, de voorziening is niet meer voorzien van een adequate onderbouwing door middel van een recent onderhoudsplan. Daarom valt het saldo vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2021. Via resultaatbestemming vragen we de raad om dit saldo te storten in een reserve onderhoud zwembaden.

Meerkosten corona compensatie zorgaanbieders Jeugdzorg: Voorgesteld wordt om € 32.000 mee te nemen in de resultaatbestemming. Over 2021 zijn op het moment van schrijven nog geen toezeggingen gedaan. De nota wordt samen met het totale kostenoverzicht voor 1 mei aangeboden aan het college.

Jeugdzorg kosten maatwerk voorzieningen: We zien ten opzichte van de begroting een daling van de jeugdzorgkosten. Ook zijn de werkelijke kosten lager uitgevallen dan 2020. Wel zien we vanaf Q4 2021 een lichte stijging van de aantal jeugdigen met recht. Ook is het op dit moment nog onduidelijk of nog een stijging volgt vanwege de corona crisis. We onderzoeken in 2022 of het een structureel voordeel betreft en verwerken de uitkomsten hiervan in de P&C documenten.

Leerlingenvervoer: Er is op het leerlingenvervoer in 2021 uiteindelijk sprake van een voordelig saldo van bijna € 60.000 Dat zag er ten tijde van de zomernota nog heel anders uit. Op basis van de gegevens in de eerste helft van 2021 verwachtten we een zeer forse overschrijding van de primaire begroting 2021. Om die reden is het budget verhoogd. We kunnen nu constateren dat er inderdaad sprake was van een overschrijding van het oorspronkelijke budget, maar dat de kostenontwikkeling in de tweede helft van het boekjaar veel gunstiger was, dan we ten tijde van de zomernota hadden verwacht. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat er in het nieuwe schooljaar 2021/2022 aanzienlijk minder leerlingen gebruik hebben gemaakt van het taxivervoer dan in het vorige schooljaar. Er zijn dus meer leerlingen uitgestroomd dan ingestroomd. In de eerste helft van 2021 waren er tussen de 148 en 151 leerlingen die gebruik maakten van het taxivervoer. Na de zomervakantie varieerde dit aantal tussen de 132 en 136. Het grootste deel van de kosten van het leerlingenvervoer wordt bepaald door een vast bedrag per leerling voor gebruik van het taxivervoer.

Openbare orde en Veiligheid: Diverse kleinere voordelen leiden tot een totaal voordeel van € 80.000 op het thema Politie en Brandweer. O.a. lagere bijdrage Veiligheidsregio, minder inhuur van personeel bij APV en een voordeel op de salariskosten door de inzet van de subsidie van € 58.000 voor de controle op Corona Toegangsbewijzen. De inzet van de subsidie betrekken we overigens bij de salariskosten, toegelicht onder het programma Overhead.

Vluchtelingenwerk: We hadden rekening gehouden met inhuur, maar door het aanbieden van tijdelijke contracten hebben we hier kosten kunnen besparen. Deze kosten zijn opgenomen in de P-begroting. In 2022 wordt hier een nader besluit over genomen.

Participatiebudget inburgering: De middelen voor wet inburgering zijn in 2021 niet volledig besteed doordat de invoering van de wet is uitgesteld naar 2022. In 2021 hebben voorbereidende activiteiten en implementatie werkzaamheden plaats gevonden welke doorlopen in 2022.