Leges burgerzaken
Voor een aantal leges geldt dat uitsluitend bij wet- en regelgeving vastgestelde bedragen in rekening
kunnen worden gebracht. De Rijksoverheid stelt onder andere (maximum) tarieven vast voor
reisdocumenten en rijbewijzen. Daarnaast mogen er geen kosten in rekening worden gebracht voor
het opmaken van akten van overlijden, geboorten en erkenning. Ook het tarief voor het afgeven van
een uittreksel Burgerlijke Stand wordt vastgesteld door de Rijksoverheid. Verder moeten gemeenten
op twee momenten per week de gelegenheid bieden voor een kosteloze huwelijksvoltrekking.
De leges burgerzaken zijn om deze redenen niet kostendekkend. Op begrotingsbasis is de kostendekkendheid berekend op 45%. De werkelijke kostendekkendheid is 53% in 2021.
Kostendekkendheid burgerzaken 2021 | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 365.487 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | - | ||
Netto kosten taakveld | 365.487 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 3.546 | ||
Overhead inclusief (omslag)rente | 145.337 | ||
BTW | 23.586 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 537.955 | ||
Opbrengst heffingen | -286.144 | ||
Dekking | 53% |
Leges omgevingsvergunningen
Er is een meeropbrengst van € 1.141.000 bij de leges voor omgevingsvergunningen gerealiseerd ten opzichte van de primaire raming van € 934.000. Het aantal aanvragen is aanzienlijk meer geweest dan gemiddeld. In het laatste kwartaal van het jaar is nog een behoorlijk aantal aanvragen ingediend voor grote(re) projecten. De werkzaamheden voor deze intensieve projecten, en daarmee de kosten, vinden echter voor een groot deel pas in 2022 plaats.
Voor de berekening van de tarieven en de opbrengsten met betrekking tot de kostendekkendheid maken we gebruik van gewogen gemiddelden over de voorgaande jaren. Het legestarief is gebaseerd op de gemiddelde inzet van ambtelijke capaciteit en overige kosten. Een groot aantal aanvragen voor relatief kleine bouwwerken leidt tot een lagere legesopbrengst. Bij het bepalen van het gemiddelde houden we ook rekening met een aantal grot(re) bouwwerken, die een hogere legesopbrengst met zich meebrengen.
In 2019 werden - mede door het (landelijk) stikstofbeleid - de begrote opbrengsten voor het eerst in jaren niet gerealiseerd. In 2020 en 2021 zien we juist een toename van het aantal aanvragen. Was de kostendekkendheid in 2019 nog 67%, in 2020 en 2021 komt deze op respectievelijk 150% en 190%. Zo zien we dat de inkomsten bij deze leges sterk afhankelijk blijken van het daadwerkelijke aantal aanvragen, het type aanvragen en landelijk beleid.
Kostendekkendheid omgevingsvergunningen 2021 | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 587.382 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | - | ||
Netto kosten taakveld | 587.382 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 27.665 | ||
Overhead inclusief (omslag)rente | 462.980 | ||
BTW | 12.930 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 1.090.957 | ||
Opbrengst heffingen | -2.076.054 | ||
Dekking | 190% |
Marktgelden
Marktgelden is een bestemmingsheffing. De inkomsten van de marktgelden moeten gebruikt worden
om de uitgaven te bekostigen. Op begrotingsbasis is de kostendekkendheid berekend op 66%. De werkelijke kostendekkendheid van marktgelden is 60% in 2021.
De geraamde opbrengsten van € 5.600 voor de jaarmarkt (standplaatsen kraampjes) is niet helemaal gerealiseerd. Er kwam € 3.773 binnen. Door COVID-19 zijn er minder kraampjes op de jaarmarkt toegelaten.
De geraamde opbrengsten van € 22.000 van de weekmarkten zijn deels gerealiseerd voor een bedrag van € 17.676. In het eerste kwartaal en in april 2021 mochten de non-food kraampjes vanwege COVID-19 niet op de weekmarkten staan.
Kostendekkendheid marktgelden 2021 | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 21.578 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | - | ||
Netto kosten taakveld | 21.578 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 2.845 | ||
Overhead inclusief (omslag)rente | 9.493 | ||
BTW | 1.943 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 35.859 | ||
Opbrengst heffingen | -21.450 | ||
Dekking | 60% |
Havengelden
Havengelden is een bestemmingsheffing. De inkomsten van de havengelden moeten gebruikt worden
om de uitgaven te bekostigen. Op begrotingsbasis is de kostendekkendheid berekend op 98%. De werkelijke kostendekkendheid van havengelden is 97% in 2021.
De haven voor passanten in Genemuiden is in 2021 geprivatiseerd. In Hasselt was hier al langere tijd sprake van. Er zijn voor zowel Genemuiden als Hasselt nieuwe overeenkomsten opgesteld. De overeenkomsten zijn vooralsnog voor 2 jaar vastgelegd (proefperiode).
In het najaar 2021 is een start gemaakt met de herinrichting van de binnenhaven Genemuiden. Naar verwachting zullen de werkzaamheden voor het aanvangen van het nieuwe vaarseizoen in het voorjaar 2022 gereed zijn. In 2021 zal 75% van de rente worden toegerekend. De kapitaallasten worden vanaf 2023 toegerekend.
Kostendekkendheid havengelden 2021 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 207.651 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -3.061 | |||
Netto kosten taakveld | 204.590 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 7.938 | |||
Overhead inclusief (omslag)rente | 42.205 | |||
BTW | 14.509 | |||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | 269.242 | |||
Opbrengst heffingen | -262.023 | |||
Dekking | 97% |
Begraafrechten
In 2021 is er een meeropbrengst voor begraven van € 35.000 gerealiseerd. In 2020 waren er ook aanzienlijk meer begrafenissen (meeropbrengst € 173.000). Dit is grotendeels het gevolg van COVID-19.
De buitendienstmedewerkers hebben in verband hiermee extra werkzaamheden verricht op de begraafplaatsen. Er zijn extra loonkosten toegerekend aan de begraafplaatsen van € 36.000 en voor overhead € 13.000. Op begrotingsbasis is de kostendekkendheid berekend op 90%. De werkelijke kostendekkendheid voor begraafrechten is 91% in 2021.
Kostendekkendheid begraafrechten 2021 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 382.444 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -30.000 | |||
Netto kosten taakveld | 352.444 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 511 | |||
Overhead inclusief (omslag)rente | 118.374 | |||
BTW | - | |||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | 471.329 | |||
Opbrengst heffingen | -430.264 | |||
Dekking | 91% |
Afvalstoffenheffing
Het vastrecht afvalstoffenheffing steeg van € 142,00 naar € 171,00. De aanbiedtarieven voor restafval zijn gestegen (adviestarieven ROVA). Het aanbiedtarief bij de ondergrondse verzamelcontainer werd verhoogd van € 1,55 naar € 1,80 per aanbieding. Het variabele deel restafval bedraagt gemiddeld € 28,94 (was € 24,94 in 2020) per huishouden.
Aan de voorziening is in totaal een bedrag € 133.230 toegevoegd. In de begroting hielden we er rekening mee dat een bedrag van € 17.000 werd onttrokken aan de voorziening.
- We kregen van Nedvang een bedrag van € 362.230 (inclusief afrekeningen van voorgaande jaren) uitgekeerd voor de vergoeding van de gescheiden ingezamelde hoeveelheden verpakkingsafval. Er was rekening gehouden met een vergoeding van € 215.842. Een verschil van € 110.388 wat grotendeels de toevoeging aan de voorziening verklaart.
- We hebben vorig jaar geen gebruik gemaakt van het bedrag van € 27.000 om deze in te zetten voor het programma 'terugwinnaars'. Dit is vanwege COVID-19 een jaar uitgesteld.
- Door de buitendienst zijn meer uren verantwoord dan begroot. Hiertegenover staat dat de kosten van ROVA iets lager waren dan begroot.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing 2021 | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 1.536.804 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -352.028 | ||
Bijdrage aan de voorziening (exploitatieresultaat) | 133.206 | ||
Netto kosten taakveld | 1.317.982 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 3.955 | ||
Overhead inclusief (omslag)rente | 109.015 | ||
BTW | 295.173 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 1.726.126 | ||
Opbrengst heffingen | -1.726.126 | ||
Dekking | 100% |
Rioolheffing
In 2019 is besloten om het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2015 - 2019 te verlengen met 2 jaar voor de periode 2020 en 2021. De rioolheffing van Zwartewaterland is hoog in vergelijking met veel gemeenten. Voor zover hier ook directe uitgaven tegenover staan, past dat bij een kostendekkende heffing. De uitgaven bleven de afgelopen jaren echter achter waardoor er te veel in de voorziening bleef. Naast het vlot trekken van de uitgaven is er daarom ruimte om de rioolheffing te verlagen.
Voor een meerpersoonshuishouden is het tarief met € 31 verlaagd van € 353 naar € 322; voor een eenpersoonshuishouden is het tarief verlaagd met € 26 van € 292 naar € 266. De tarieven voor de overige aansluitingen zijn hiervan afgeleid.
Structureel wordt een bedrag van € 1.000.000 ten behoeve van investeringsprojecten aan de
voorziening toegevoegd. Verder is er op begrotingsbasis rekening gehouden met een onttrekking van
€ 281.659 van de voorziening. In de jaarrekening is een onttrekking van € 189.264 van de voorziening te zien. Per saldo een verschil van € 92.000. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:
- Het waterschap neemt stedelijk water over van de gemeente. In verband hiermee zijn er minder kosten gemaakt voor het baggerwerk. De overige exploitatiekosten - waaronder ook extra loonkosten en overhead van de buitendienst - vallen hoger uit. Per saldo een voordeel van € 28.000
- Verder is er een meeropbrengst rioolheffing van € 64.000. In de afgelopen jaren is door de aantrekkende economie veel nieuwbouw gerealiseerd; zowel voor woningen als bedrijven. Voor de bedrijven maken we gebruik van de gegevens van Vitens. De verbruiksgegevens van Vitens zijn achteraf beschikbaar over het voorgaande jaar. Hier hebben we afgelopen jaar extra controles op uitgevoerd.
Kostendekkendheid rioolheffing 2021 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 3.078.105 | |||
Bijdrage van de voorziening (exploitatieresultaat) | -189.264 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -348 | |||
Netto kosten taakveld | 3.888.493 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Extra comptabele uren (loonkosten) | 17.945 | |||
Overhead inclusief (omslag)rente | 286.581 | |||
BTW | 116.000 | |||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | 3.309.019 | |||
Opbrengst heffingen | -3.309.019 | |||
Dekking | 100% |
Toeristenbelasting
Toeristenbelasting leggen we grotendeels achteraf - over het voorgaande jaar - op. We hebben een bedrag in 2021 opgenomen voor te verwachten inkomsten toeristenbelasting (op basis van de aantallen van 2020) waarvoor nog aanslagen opgelegd moeten worden in 2022.
De meeropbrengst van € 8.500 heeft betrekking op de toeristenbelasting 2020. COVID-19 heeft nagenoeg geen invloed gehad op de toeristenbelasting
Precariobelasting (en overige APV)
Vanwege COVID-19 is besloten om geen precariobelasting te heffen voor terrassen, uitstallingen en reclameborden bij winkels. Ook mochten geen evenementen worden georganiseerd. Hierdoor zijn geen inkomsten voor precariobelasting en overige APV gerealiseerd.
Wet waardering onroerende zaken (WOZ)
De uitvoering van de Wet WOZ voor Zwartewaterland vindt plaats vanuit Staphorst. Jaarlijks vindt er in april en oktober een inventarisatie plaats over de voortgang en uitvoering van de WOZ taken in de vorm van een zelfevaluatie. Deze wordt door de Waarderingskamer beoordeeld.
- Op 22 november 2021 zijn de bevindingen van de oktoberinventarisatie in de vorm van een ‘terugkoppeling stand van zaken uitvoering Wet WOZ’ van de Waarderingskamer ontvangen. Hierin is aangegeven dat op alle onderwerpen/processen wordt voldaan aan de (wettelijk) gestelde criteria.
- We zijn dit jaar niet geselecteerd voor een nader onderzoek. Hierbij controleert de Waarderingskamer de juistheid en volledigheid van de objectkenmerken, de onderlinge waardeverhoudingen van de taxaties en de aansluiting op het marktniveau. De afgelopen jaren hebben er wel diverse inspecties plaatsgevonden. Overigens met goed resultaat.
- De Waarderingskamer heeft wederom geoordeeld dat de uitvoering Wet WOZ goed verloopt. Het algemene oordeel is langdurig goed (dit is het hoogst haalbare). Dit houdt in dat de gemeente, gedurende langere tijd, WOZ-taxaties levert van goede kwaliteit en daarnaast op alle onderdelen van het WOZ-werkproces voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen.
Taxeren op basis van gebruiksoppervlakte
De WOZ-waarden van woningen worden sinds belastingjaar 2020 al getaxeerd op basis van de gebruiksoppervlakte. Vanaf 2022 is het taxeren van woningen op basis van de gebruiksoppervlakte verplicht, hierdoor wordt de uitvoering van de WOZ-taxaties meer uniform. Begin 2021 hadden 115 gemeenten (33%) deze werkzaamheden afgerond. In een brief van de Waarderingskamer wordt nog eens benadrukt hoe belangrijk het is om de gebruiksoppervlaktes op orde te houden. Dit vergt een goede afstemming en samenwerking tussen medewerkers op het terrein van de WOZ en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de geo-informatie in bredere zin.